Het Zoniënwoud: een archeologische babbelbox vol verhalen.

Sporen uit het verleden.

“Vorm samen met ons de erfgoedgemeenschap van het Zoniënwoud!”

Tekst: Pieter Rodts, doctoraatsstudent kunstwetenschappen en archeologie

Misschien hebt u hem al ontmoet in het bos? Deze historicus, randbewoner en liefhebber van het Zoniënwoud zoekt en bestudeert hier regelmatig sporen uit het verleden. Terug thuis, integreert hij deze in zijn onderzoek dat hij voert aangaande het samenleven tussen mens en dier in het Zoniënwoud, vroeger en vandaag.

Zoals velen onder u, zoek ik geregeld de rustgevende stilte op van het bos. Stilte is evenwel een relatief begrip in het Zoniënwoud. Vanuit welke toegangspoort ik het bos ook binnenwandel, het kost me doorgaans slechts enkele minuten alvorens één of ander archeologisch spoor mijn aandacht weet te trekken, mij aanspreekt een conversatie op te starten over wat hier eertijds plaatsgevonden heeft. Wolvensprongen, priorijruïnes, vegetatiekeuzes, dreven en paden… Allemaal vertellen ze het verhaal van het Zoniënwoud en allemaal nodigen ze ons uit om in interactie te treden met het bos en zijn rijke verleden.

Zo stil als een wandeling door het Zoniënwoud vandaag aanvoelt – enkel aangenaam onderbroken door het geluid van een specht op zoek naar voedsel of door spelende jonge reeën die toevallig voorbijrennen – zo druk was het hier in het verleden, toen grote jachtpartijen onder leiding van de hertog van Brabant, de jacht openden op de toen nog omvangrijke wildpopulatie in het bos. Toen opbrengsten uit de houtverkoop zo belangrijk waren dat de dochters van de hertogen de opbrengsten uit een bepaalde sector in het woud meekregen als bruidsschat. Of toen het oude ‘Ancien Régime landschap’ aan het einde van de negentiende eeuw werd omgevormd tot een plek voor de opkomende bourgeoisie waar die zich publiek kwam ontspannen, om haar sociale positie in het nieuwe België te bevestigen. De inrichting van het Terkamerenbos en de vroegere renbanen van Groenendaal en Bosvoorde, die nog steeds hun omgeving aan de rand van het woud domineren, zijn slechts de meest zichtbare sporen van deze fase uit de geschiedenis van het bos. Net zoals de adel in de eeuwen voordien, frequenteerden sommige nieuwe rijken uit de vroege Belgische geschiedenis het Zoniënwoud zo graag, dat zij er residenties lieten optrekken. Het Domaine Régional Solvay in La Hulpe, dat in de laatste jaren van de negentiende eeuw opgekocht en verder uitgebouwd werd door de familie Solvay, is hier een mooi voorbeeld van.

Het Zoniënwoud vertelt evenwel niet enkel het verhaal van keizers, hertogen en rijke industriëlen. Zo vinden we op verschillende plaatsen (Groenendaal, Rood Klooster, Tervuren…) aan de rand van het bos wild- en/of boswallen terug. Deze aarden constructies – bestaande uit een wal en een gracht, afgewerkt met houten palissades en moeilijk doordringbare vegetatie zoals braamstruiken – dienden niet enkel als afbakening van de grenzen van het woud, maar deden ook dienst als barrières om dieren binnen of buiten het bos te houden. De bewoners van de dorpen rondom het Zoniënwoud klaagden in het verleden immers vaak over everzwijnen, herten en ander wild uit het bos, die hun velden leegvraten en akkers omwoelden. Diezelfde dieren speelden ook een belangrijke rol in de aanleg van de dreven die tot op vandaag het bos doorkruisen. Zij waren oorspronkelijk bedoeld om het de vorstelijke jachtpartijen makkelijker te maken en het voordeel dat herten en reeën hadden op onverharde, begroeide bosbodems tegenover paarden en jachthonden weg te werken. Honderden jaren later gebruiken wij dezelfde paden nog steeds, ook nu vaak vergezeld door onze trouwe viervoeter. Onder meer wanneer wij langs de Neolithische site van Vijvers van Bosvoorde en de nabijgelegen tumuli wandelen. Tastbare bewijzen dat het in het Zoniënwoud nooit echt helemaal stil is geweest en dat zelfs 5500 jaar geleden er hier al een gezellige drukte heerste.

Deze drukte heeft ons een sprekend landschap nagelaten, bezaaid met tastbare, archeologische sporen. Veel is uiteraard verdwenen – niet in het minst tijdens de negentiende eeuw, toen ongeveer twee derde van het Zoniënwoud ontbost werd – maar de relicten die er nog zijn, bieden ons prachtige mogelijkheden om te interageren met dit verleden. In de eerste plaats nodigen ze ons uit om hen op te merken en hen te beschermen, zodat dit sprekende landschap niet monddood gemaakt wordt. Maar eenmaal opgemerkt, vormen ze de ideale gesprekspartners om samen na te denken over heden en verleden, natuur en cultuur, bos en samenleving.

Daarom lanceren wij samen met Stichting Zoniënwoud deze oproep!

Laat u – zoals vele generaties voor u – inspireren door het Zoniënwoud en haar rijke verleden! Snuister in de geschiedenis van het woud, draag zorg voor de archeologische sporen, wandel en fiets langsheen oude gebouwen, gebruik het verleden van het bos als inspiratie voor verhalen, toneelvoorstellingen, schilderijen en andere kunstuitingen. Neem het Zoniënwoud op in onze samenleving – waar het al altijd deel van heeft uitgemaakt – en bouw samen met ons aan een erfgoedgemeenschap die zorg draagt voor het woud en actief bijdraagt aan het in leven houden, uitdragen én innoveren van de vele erfgoedverhalen die in het Zoniënwoud hun oorsprong vinden!

Meer weten ? Contacteer Pieter Rodts.

Foto’s door: Bart Goossens (1, 3), Domaine Régional Solvay (2), Pieter Rodts (4), Drohme (5)

Aanmelden op onze nieuwsbrief

Vul uw gegevens in om in te schrijven op onze nieuwsbrief.

Deze website maakt gebruik van cookies volgens ons privacy beleid