Het UNESCO Werelderfgoed van het Zoniënwoud in de kijker gezet.

Op woensdag 17 november fietsten vertegenwoordigers van 94 beukenbossen uit 18 Europese landen samen door het Zoniënwoud. Dit deden ze in het kader van een jaarlijkse bijeenkomst waarop ideeën en ervaringen uitgewisseld worden over het beheer en de bescherming van deze uitzonderlijke bossen. Al deze bossen maken deel uit van de UNESCO Werelderfgoedreeks ‘Oerbossen en oude beukenbossen van de Karpaten en andere Europese regio’s.

Deze intergewestelijke fietstocht bracht hen langs de integrale bosreservaten van het Zoniënwoud die eveneens tot deze Werelderfgoedreeks behoren.

Tussenkomsten en uitwisselingen over het beheer en de uitdagingen voor het Zoniënwoud

De bosbeheerders van de drie gewesten en experten in bosbeheer en erfgoed gaven tijdens de tocht meer uitleg over het beheer en de uitdagingen voor het Zoniënwoud.

Tijdens een tussenstop in Oudergem werd aandacht geschonken aan de recent gerenoveerde priorij van het Rood Klooster. De cultuurhistorische waarde van het Zoniënwoud situeert zich niet enkel in het bos. De talrijke kastelen en domeinen in en rondom het bos zijn getuigen van een rijk verleden. Zo was het Zoniënwoud onder andere het jachtgebied van de hertogen van Brabant.

Het belang van de verschillende toegangspoorten kwam ook aan bod. Die zorgen ervoor dat het kwetsbare hart van het bos beschermd wordt, door bezoekers en recreatie te concentreren rond de toegangspoorten die zich aan de rand van het bos bevinden.

In Groenendaal werd de groep verwelkomd door Vlaams Minister van Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele. “Ik wil benadrukken dat wij erg trots zijn op ons enige natuurlijke werelderfgoed in België. Ook al zijn we een relatief kleine partner in het netwerk, toch proberen we onze verantwoordelijkheid te nemen in het beheer van de reeks als geheel, door sinds 2020 het secretariaat van deze Werelderfgoedreeks te verzorgen en dit jaar als gastheer op te treden voor de vergadering tussen de Europese vertegenwoordigers van dit netwerk. Ik hoop dat hieruit onze betrokkenheid bij deze reeks en bij het netwerk van Europese beukenbossen blijkt.”

Waals minister voor Natuur en Omgeving Céline Tellier gaf tijdens haar tussenkomst in La Hulpe toelichting bij de ambities met betrekking tot het Waalse integrale bosreservaat. “Ons doel? De omvang van het bosreservaat Le Ticton uitbreiden tot 98 hectare door beide bosreservaten met elkaar te verbinden. We willen ook inzetten op rewilding van het bos binnen deze reservaten, die bijna een derde van het Waalse deel van het Zoniënwoud beslaan. Dit project moet ervoor zorgen dat we een groter gebied voor de erkenning als UNESCO Werelderfgoed kunnen voorstellen.”

De aankondiging van de verkoop van de ‘Clinique Derscheid’ die zich in het Zoniënwoud bevindt, trok de aandacht van de deelnemers. Deze kliniek, waarvan het huurcontract ten einde loopt, werd middenin de bosreservaten van Le Ticton gebouwd. De afbraak van de kliniek is het meest wenselijke scenario. Indien dit niet kan, of slechts gedeeltelijk, mag het toekomstige gebruik ervan de herverbinding van de Waalse bosreservaten niet in gevaar brengen. Het dient te passen binnen de gemaakte afspraken die betrekking hebben tot het beheer van de UNESCO Beukenbossen.

Tijdens de fietstocht werden uiteenlopende thema’s toegelicht :

  • De versnippering van het Zoniënwoud en het belang van ecologische verbindingen zoals ecoducten en ecotunnels. Nieuwe ecologische verbindingen blijven nodig om versnippering tegen te gaan, voor de migratie van dieren en voor de bescherming van de biodiversiteit. In de toekomst zal een nieuw ecoduct de 2 Brusselse delen van het Grippensdelle-bosreservaat met elkaar verbinden.
  • De toekomstplannen voor de verdere ontwikkeling van Groenendaal met als doel de recreatiedruk naar de rand van het bos te leiden.
  • De lopende projecten van Horizon+ om het Zoniënwoud beter te verbinden met de Vlaams-Brabantse gemeentes dankzij het aanleggen van groenblauwe netwerken in de dorpskernen. Hierdoor komt er meer ruimte voor groen en water en buurtbewoners worden uitgenodigd en bijgestaan om deze verbindingen ook door te trekken tot in hun eigen tuin.   
  • De resultaten van wetenschappelijke monitoring door INBO (Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek) in het Zoniënwoud. Deze wetenschappelijke studies verklaren zowel de aanwezigheid van een specifieke biodiversiteit als de dynamiek van oude beukenbossen, maar ook de natuurlijke verjonging van de beuk waarvan men dacht dat dit niet meer mogelijk was.
  • Het belangrijke reliëf van het Zoniënwoud dat teruggaat tot de laatste ijstijd, waar door smeltende sneeuw en ijs valleien (‘dellen’) zijn gevormd die onveranderd bewaard zijn gebleven sinds de vegetatiebedekking tot op heden nooit onderbroken werd.
  • Nog tal van andere thema’s kwamen aan bod waarover de aanwezige deskundigen ervaringen en kennis met elkaar deelden; de uitzonderlijke groei van de ‘Zoniënbeuk’ dankzij de specifieke bodemlaag in de regio, de kroonbedekking en de groeisnelheid, …

Het Europese Life Prognoses project creëert bewustmaking voor oude bossen

Verschillende van de aanwezige vertegenwoordigers zijn ook partner van het Europese Life Prognoses project (Protection of Old-Growth forests in Europe). Stichting Zoniënwoud is niet enkel coördinator van de UNESCO Werelderfgoedreeks maar ook van dit Life Project rond oude bossen. De Stichting zet zich voor dit project in voor de communicatie en het creëren van publieke bewustmaking over het belang van deze bossen voor mens en maatschappij en de bescherming ervan.

UNESCO werelderfgoed in het Zoniënwoud

De erkenning als natuurlijk werelderfgoed is uniek voor België. België kent vooral  ‘cultureel’ werelderfgoed. Het Zoniënwoud is het enige ‘natuurlijk’ werelderfgoed dat België rijk is.

Deze erkenning is het resultaat van een zeer nauwe samenwerking tussen de drie gewestelijke bosbeheerders en erfgoeddiensten. Sinds 2014 werken deze zes administraties intensief samen binnen zowel ons land als binnen het Europese netwerk rond beukenwouden. De erkenning als werelderfgoed is meteen ook een erkenning voor de samenwerking en kan de verdere afstemming van het behoud en beheer alleen maar versterken.

Het ontstaan van dit werelderfgoed begint aan het einde van de laatste ijstijd, 12.000 jaar geleden. In die tijd waren grote delen van Europa bedekt door een dikke laag ijs. Er bleven slechts kleine bosrestanten van beuk over in het mildere zuiden van Europa. Dankzij de opwarming tijdens de postglaciale periode, veroverde deze soort geleidelijk het hele continent. Het fenomeen waarbij één boomsoort een heel continent opnieuw heeft gekoloniseerd en van nature de dominante boomsoort wordt, is van uitzonderlijke universele waarde en werd daarom opgenomen in de lijst van UNESCO Werelderfgoed.

In het Zoniënwoud vind je integrale bosreservaten die hiertoe ook behoren; Joseph Zwaenepoel in Vlaanderen, Grippensdelle in Brussel en Le Ticton in Wallonië. Ze worden gekenmerkt door hun uitzonderlijk oude bomen en hun rijke biodiversiteit. Ze evolueren volgens hun natuurlijke dynamiek en zonder menselijke tussenkomst. De rest van het bosmassief vormt hun bufferzone waar een duurzaam bosbeheer wordt uitgevoerd.

Het UNESCO Werelderfgoed van het Zoniënwoud maakt deel uit van een netwerk van 94 uitzonderlijke beukenwouden, verspreid over 18 Europese landen.

Bewonder zelf het uitzonderlijke UNESCO Werelderfgoed van het Zoniënwoud.

Je herkent de integrale bosreservaten die deel uitmaken van het UNESCO Werelderfgoed aan de speciale pictogrammen en infoborden die momenteel in het Zoniënwoud geplaatst worden. Deze reservaten zijn omwille van hun kwetsbaarheid beperkt toegankelijk. Beschouw hen als venster op wat de primaire en oude bossen van Europa kunnen zijn en respecteer daarom de goede gewoontes van het Zoniënwoud. Zo draag je zelf ook je steentje bij tot de bescherming van het bos.

Aanmelden op onze nieuwsbrief

Vul uw gegevens in om in te schrijven op onze nieuwsbrief.

Deze website maakt gebruik van cookies volgens ons privacy beleid