Veldwerk in het Zoniënwoud om de ecosysteemdiensten van oude bossen te onderzoeken

Sinds deze zomer verzamelen wetenschappers in het kader van het Europese Life Prognoses project data in het Zoniënwoud. Waarom is deze datacollectie belangrijk? En wat wordt er precies getest?

Primaire en old-growth bossen beslaan in Europa weliswaar een zeer beperkte oppervlakte, maar zijn niettemin onvervangbaar: ze herbergen biologische diversiteit, stabiliseren de terrestrische koolstofopslag, reguleren de hydrologische regimes, bevorderen de aanpassingscapaciteit van het ecosysteem bij verstoringen en komen de volksgezondheid ten goede.

De Europese Unie streeft naar een strikte bescherming van alle old-growth bossen tegen 2030. Er bestaat echter geen Europese norm om te bepalen welke bossen old-growth bossen zijn.

Het Life Prognoses-project ontwikkelt, test en evalueert een reeks indicatoren voor old-growthness. Bovendien zullen de verschillen tussen beheerde en onbeheerde bossen in de kwaliteit van de geleverde ecosysteemdiensten worden onderzocht.

De testlocaties voor de indicatoren van old-growthness en de ecosysteembeoordeling omvatten een specifiek geselecteerde reeks onderdelen en aangrenzende bufferzones van het werelderfgoed ‘Oude en ongerepte beukenbossen van de Karpaten en andere regio’s van Europa’. Dit werelderfgoed bestrijkt het brede scala van onbeheerde beukenbossen gelegen in de meeste biogeografische zones van Europa.

Foto’s: Zoniënwoud door Kris Vandekerkhove – INBO

Hoe beoordeelt men of een bos een old-growth bos kan worden genoemd?

Op basis van de literatuur over indicatoren voor old-growth bossen is een reeks parameters geselecteerd. Voor meer details kunt u het PROGNOSES-rapport over de definitie van en de indicatoren voor old-growth raadplegen.

Enkele van de gemeten structurele kenmerken zijn: kroonbedekking en -gelaagdheid, biomassa, boomsoortensamenstelling, aanwezigheid van zeer grote bomen, liggend en staand dood hout, boomgerelateerde microhabitats.

Voor het testen van de indicatoren werden locaties in verschillende biogeografische regio’s gekozen:

– Atlantische regio: het Zoniënwoud in België.

– Alpengebied: Nationaal Park Kalkalpen in Oostenrijk, Krokar & Snežnik Zdrocle in Slovenië, Nationaal Park Midden-Balkan in Bulgarije, en Chornohora in het Biosfeerreservaat van de Karpaten in Oekraïne.

– Continentale regio: Nationaal Park Hainich en Nationaal Park Kellerwald in Duitsland.

– Mediterrane regio: Nationaal Park Abruzzo in Italië

Op basis van de metingen kunnen drempel- en referentiewaarden worden afgeleid voor verschillende klimatologische en edafische (met betrekking tot de bodem) contexten. Bijvoorbeeld, in hooggebergte blijven bomen meestal kleiner door de klimatologische omstandigheden. In dat geval zullen de drempelwaarde en de densiteit van zeer grote bomen lager liggen. Tegelijkertijd kan er een overvloed aan holtes in de stammen zijn, alsook een hoge bedekkingsgraad van epifyten (planten die op andere planten, vaak bomen, groeien zonder deze nadelig te beïnvloeden), wat hoge scores oplevert voor de indicatoren m.b.t. “boomgerelateerde microhabitats”.

Het gebruik van meerdere indicatoren maakt het mogelijk rekening te houden met de verschillende verschijningsvormen en niveaus van old-growthness.

Foto’s: National Park Kalkalpen, Maximillian Wögerer

Hoe onderzoeken we de verschillen in microklimaat tussen beheerde en onbeheerde bossen?

Het klimaat in een bos ondergaat minder extreme en minder snelle verschuivingen in vergelijking met gebieden zonder bosbedekking. Ter vergelijking met stedelijk en landbouwgebied, is de temperatuur in het bos gemiddeld genomen aanzienlijk lager op een warme zomerdag, en hoger gedurende koude periodes tijdens de wintermaanden.

Op drie testlocaties in Duitse Unesco beukenbossen hebben onze collega’s van de universiteit van Eberswalde deze temperatuurverschillen gemeten op gradiënten die open land, bosranden, beheerde bossen en uit productie genomen beukenbossen bestrijken. De temperaturen worden opgenomen gedurende enkele maanden in de lente, zomer en herfst met behulp van “temperatuurdataloggers”. Op basis van de resultaten zullen wij het effect van de bosbedekking en de bosomvang kunnen beoordelen en nagaan of er significante verschillen zijn tussen de uit productie genomen bosgebieden en de beheerde bossen.

Foto: Caroline Meier (1), Hanns Kirchmeir (2,3)

Hoe beoordelen we de verschillen in koolstofopslag tussen beheerde en onbeheerde bossen?

De koolstofopslag is de hoeveelheid koolstof die een bos opslaat in zijn bovengrondse en ondergrondse biomassa en in de bodem. De koolstof in de bovengrondse biomassa van onbeheerde bossen zal worden vergeleken met beheerde bossen op basis van de gegevens die zijn verzameld voor de beoordeling van old-growthness. Dit resulteert in de boomvolumes per ha. Om deze gegevens om te zetten in koolstofvoorraden moet rekening worden gehouden met de houtdichtheid. Dit kan worden gedaan door het nemen van boomkernen; zeer smalle, cilindervormige stalen die tot in de kern van de stam reiken en waarop alle jaarringen zichtbaar zijn. Om de ondergrondse koolstofopslag tussen beheerde en onbeheerde bossen te vergelijken, worden er bodemstalen van verschillende bodemlagen genomen en geanalyseerd op het gehalte aan organische koolstof.

Foto’s: Università degli Studi della Tuscia (1,2,3), Hanns Kirchmeir (4,5,6)

Hoe zullen we de verschillen in biodiversiteit tussen beheerde en onbeheerde bossen onderzoeken?

De directe beoordeling van de soortenrijkdom is tijdrovend en vereist de betrokkenheid van een grote groep specialisten. Bovendien zijn ze vaak onvolledig (door de beperkte steekproeven) of gericht op een beperkte reeks soortengroepen. Daarom worden vaak indirecte beoordelingen van de biodiversiteit toegepast. Soortenrijkdom is sterk gecorreleerd met de verscheidenheid en dichtheid van beschikbare habitatstructuren. Voorbeelden van specifieke habitats zijn liggende en staande grote stammen of spleten en holtes in de stammen van bomen. In plaats van de soortenrijkdom rechtstreeks te meten, combineren wij gegevens over opstandstructuur en microhabitats als “proxy’s”(een meetbare variable die het mogelijk maakt de waarde van een andere, sterk gecorreleerde variable te schatten) voor potentiële soortenrijkdom in gepaarde vergelijkingen van aangrenzende beheerde en onbeheerde bosopstanden.

Foto’s: Zoniënwoud, Kris Vandekerkhove – INBO

Hoe zullen we de toegevoegde waarde van een old-growth bos voor de bezoekers inschatten?

Toerisme en recreatie worden ook beschouwd als ecosysteemdiensten. Om de waarde van het bos in deze zin te schatten, worden benaderingsmethoden gebruikt zoals de “betalingsbereidheid” of de “reisafstandmethode”. Dit wordt beoordeeld op basis van interviews afgenomen bij de bezoekers. Aan de hand van verschillende vragen en scenario’s kunnen de bezoekers hun waardering voor een bepaald type bos op een systematische en kwantificeerbare manier uitdrukken. Er werden meer dan 600 interviews afgenomen met bezoekers en toeristen in Nationaal Park Abruzzo in Italië, in Nationaal Park Kalkalpen in Oostenrijk en in het Zoniënwoud in België. Naast de onderzoeksdoeleinden bleken de interviews ook een doeltreffende manier te zijn om voor wetenschappelijke doeleinden in contact te komen met de bezoekers en om hun mening over het bos en hun voorkeuren te kennen.

Foto’s: Thierry Lampe (1), Lokaal Bestuur Hoeilaart (2)

Wat volgt?

De verzamelde gegevens zullen in een centrale database worden geordend en geanalyseerd. Uit de analyses zal informatie worden gehaald over de kenmerken en het belang van old-growth bossen. Zo kunnen antwoorden worden gegeven op vragen als “Is er een significant verschil tussen beheerde en onbeheerde bossen wat recreatie betreft?” of “Welke indicatoren van old-growthness doen het goed in bergachtige gebieden?”. De analyses zullen in 2023 en 2024 worden uitgevoerd. Tegen juni 2024 zullen de resultaten van ons onderzoek beschikbaar zijn.

Volg het Life Prognoses project hier: lifeprognoses.eu

Aanmelden op onze nieuwsbrief

Vul uw gegevens in om in te schrijven op onze nieuwsbrief.

Deze website maakt gebruik van cookies volgens ons privacy beleid