Dendromicrohabitats in het Zoniënwoud

Het bos is een natuurlijk ecosysteem bestaande uit talrijke uitwisselingen tussen levende wezens. Bomen, en in het bijzonder ‘habitatbomen’ en ‘bomen met een hoge biologische waarde’ zijn gastheer voor talrijke organismen en dienen als toevluchtsoord voor vele dier- en plantensoorten. Daarom nemen ze een belangrijke plaats in dit ecosysteem in.

Habitatbomen met microhabitatkenmerken zijn nog voordeliger voor soorten met een hoge instandhoudingswaarde. De aanwezigheid van deze soorten maakt het mogelijk om de biodiversiteit in het massief te verbeteren en te bevorderen. Zoals ook gedefinieerd wordt in het artikel « Connaître, conserver et promouvoir les arbres-habitats » (Kennen, behouden en bevorderen van habitatbomen) (Bütler et al., 2020): “Een habitatboom is een staande boom, levend of dood, die ten minste één dendromicrohabitat (DMH) heeft. DMH’s zijn kleine, in bomen aanwezige en goed gedefinieerde habitats. Ze zijn essentieel voor vele, soms zeer specifieke diersoorten, planten, korstmossen en schimmels voor ten minste een deel van hun levenscyclus.” Deze DMH’s zijn bijvoorbeeld: holtes op de stam of aan de voet van de boom, de aanwezigheid van staand dood hout op de grond of in de kroon, gezwellen, evenals de aanwezigheid van schimmels, klimop of mos (Bütler et al., 2020).

Afbeelding 1: Illustratie door Sarah Wroot uit “Veteran Trees: A guide to good management.” Helen Gelezen. Jaarlijst 2000

Het begrip ‘bomen met een hoge biologische waarde’ omvat meer dan enkel habitatbomen. Het omvat alle bomen die het potentieel hebben om het bosecosysteem en de bosecologie te verbeteren, bijvoorbeeld bomen die bestand zijn tegen klimaatverandering, bomen van slechte kwaliteit, bomen met veel lage takken of met veel waterloten, zeldzame soorten zoals linde, iepen, fruitbomen, enz. (ONF, z.d.)

Voor welke soorten zijn dendromicrohabitats nuttig?

Zoals hierboven te zien is, omvat de term dendromicrohabitat een heel breed scala aan habitats, die een hele reeks ecologische niches voor fauna en flora bieden. Deze habitats kunnen specifiek aan de noden van een kleine groep soorten voldoen. Een voorbeeld hiervan zijn concentraties van waterloten, die enkel dienst doen als habitat voor bepaalde vogelsoorten, zoals de zanglijster of de merel. Andere kunnen algemener zijn en voordelig zijn voor een grote verscheidenheid aan soorten, zoals boomholtes met aarde, die voor een groot aantal insecten, vogels, schimmels en zelfs kleine zoogdieren (bijv. vleermuizen) als leefgebied dienen. Een diversiteit aan DMH is dan ook essentieel voor de biodiversiteit binnen het bos (Ollivier, z.d.).

De inventarisatie van deze bomen maakt het mogelijk om de potentiële ecologische niches voor elke soort in kaart te brengen en zo bepaalde zeldzame of bedreigde soorten te bevorderen, evenals de uitwsisseling ervan tussen ecologische niches. Samen vormen DMH’s een netwerk dat het mogelijk maakt om verschillende gebieden met een hoge biologische rijkdom met elkaar te verbinden (Bütler et al., 2020). Zo bevorderen loofhoutpercelen met een bepaald type beheer, namelijk een beheer met verouderingseilanden, het behoud van het vliegend hert door het behoud van staande dode bomen. De reden hiervoor is dat de larven van vliegend hert saproxylofaag zijn (zich voeden met dood hout) en ze zich in volwassen toestand voeden met sap dat als bloedingen uit de stam tevoorschijn komt (Ollivier, n.d.). Een ander doel om grote bomen in het bos te behouden is dat ze kunnen dienen als broedplaatsen voor de havik, die in sommige delen van het Zoniënwoud aanwezig is.

Waar en hoe worden dendromicrohabitats gevormd?

Zodra een boom één of meerdere DMH’s heeft, kan deze worden beschouwd als een habitatboom. Deze bomen kunnen dood (staand of liggend) of levend zijn. In het Brusselse deel van het Zoniënwoud worden alle eiken met een diameter groter dan 80 cm en beuken met een diameter groter dan 100 cm automatisch geclassificeerd als habitatbomen (Vanwijnsberghe et al., 2019). Grote bomen dragen extra bij tot het ontstaan van gevarieerde en talrijke DMH’s. Sommige DMH’s zijn specifieker voor natuurlijke bossen, zoals de hierboven besproken holtes met aarde. Hen observeren in natuurreservaten of in verouderingseilanden kan daarom dienen als indicator voor de evolutie van deze omgevingen.

DMH’s kunnen op verschillende manieren ontstaan , zowel abiotische als biotische. Schade tijdens het kappen waardoor schorswonden ontstaan, holtes die door de specht zijn uitgehakt of blikseminslagen waardoor scheuren in het hout ontstaan zijn hier perfecte voorbeelden van. Elk van deze habitats heeft ook een vervangingssnelheid, specifiek voor de zeldzaamheid van de gebeurtenis zoals blikseminslagen, of voor de ontwikkelingstijd, zoals holtes (waarvan het erg lang duurt om zich te vormen). DMH’s hebben ook een beperkte levensduur gerelateerd aan de boom waarop ze aanwezig zijn. Het is daarom van essentieel belang om ervoor te zorgen dat ze worden opgevolgd door middel van inventarisatie en de voortdurende bescherming van habitatbomen in het bos (Bütler et al., 2020).

Stand van zaken in het Zoniënwoud

Het beheer van habitatbomen en bomen met een hoge biologische waarde wordt in bosbeheer steeds belangrijker. Zoals in dit artikel wordt uitgelegd, zijn ze uiterst belangrijk voor de ontwikkeling van de biodiversiteit in het bos. Er worden dan ook veel regels opgesteld om het beheer rond dit soort bomen te stimuleren.

In het Zoniënwoud werden habitatbomen of groepen habitatbomen verdeeld over verschillende type percelen; verouderingseilanden, integrale bosreservaten, permanente open plekken, enz. Dit soort percelen, en dan vooral de eerste twee, worden al enkele jaren niet meer beheerd, wat een aanzienlijke ontwikkeling van grote oude bomen, maar ook van liggend en staand dood hout mogelijk maakt. Het is de bedoeling dat de verspreide ligging van habitatbomen een communicatienetwerk vormt tussen de verschillende integrale reservaten van het Zoniënwoud en zo de verplaatsing van soorten binnen het massief eenvoudiger maakt (Vanwijnsberghe et al., 2019).

Het toegepaste beheer houdt in dat nieuwe habitatbomen of groepen van habitatbomen worden aangeduid van zodra de oorspronkelijk aanwezige bomen (dreigen te) verdwijnen, waardoor vernieuwing mogelijk is (Vanwijnsberghe et al., 2019). De aanbevolen boomhabitatdichtheid is 5 tot 10 volwassen individuen per hectare (IFOR, 2012). Volgens het beheerplan voor het Brusselse deel van het Zoniënwoud zijn er gemiddeld meer dan 5 habitatbomen per hectare en de beheerders zijn niet van plan het hierbij te laten.

Afbeelding 2 (boven artikel): Dendrotelme aan de voet van een beuk, Zoniënwoud

Afbeelding 3: Spechtenholte, Zoniënwoud

Geschreven door Eva Babun en Johan Civilio, studenten agronomie en stagiaires bij het Departement Bos van Leefmilieu Brussel

Proefgelezen door Frederik Vaes en Martin De Bock, Departement Bos, Leefmilieu Brussel

Lees ook deze artikels over hetzelfde thema:

Beheer in het Zoniënwoud

Waarom worden er bomen gekapt in het Zoniënwoud?

Vele bomen maken niet zomaar een bos.

Een speciale aandacht voor het behoud van dikke bomen in het Zoniënwoud.

Fotoreportage over duurzaam bosbeheer

Kleinschalig bosbeheer in het Zoniënwoud


Bibliografie/sitografie :

  • R Bütler, T Lachat, F Krumm, D Kraus, & L Larrieu. (2020). Guide de poche des dendromicrohabitats Description et seuils de grandeur pour leur inventaire. DOI : 10.13140/RG.2.2.33874.30404
  • Rita Bütler, Thibault Lachat, Frank Krumm, Daniel Kraus, Laurent Larrieu. (2020, Janvier). Connaître, conserver et promouvoir les arbres-habitats. Notice pour le praticien. 12 p. ffhal-02624205f
  • VANWIJNSBERGHE, S., REINBOLD, G., VAES F., ENGELBEEN, M., VAN DER WIJDEN, B., BECK, O., ROTSAERT, G. & DO, U. (2019). Beheerplan voor het Brusselse Zoniënwoud. Leefmilieu Brussel. Geraadpleegd op https://leefmilieu.brussels/burgers/onze-acties/gewestelijke-plannen-en-beleid/beheerplan-voor-het-zonienwoud
  • #Tout savoir sur les forêts : Pourquoi certains arbres sont marqués en forêt ? s.d. Office Nationale des Forêt. Geraadpleegd ophttps://www.onf.fr/foret-exception/le-label-foret-dexception/+/2b6::toutsavoirsurlesforets-pourquoi-certains-arbres-sont-marques-en-foret.html

Met de steun van het Europese Life project B4B – Belgium for Biodiversity

Aanmelden op onze nieuwsbrief

Vul uw gegevens in om in te schrijven op onze nieuwsbrief.

Deze website maakt gebruik van cookies volgens ons privacy beleid